Mensen die anderen in beweging weten te krijgen voor een initiatief waaraan zij zich hebben verbonden: daar heb ik bewondering voor. Meestal doen zij intuïtief wat nodig is om een netwerk te bouwen dat in staat is om het initiatief tot wasdom te laten komen. Ik ontwikkel taal, concepten en methodieken om bespreekbaar te maken wat er het meeste toe doet in dit soort netwerkprocessen.

 

Relaties tussen mensen en de rol van kennis daarbij hebben mijn interesse al meer dan vijfendertig jaar.

Het grootste deel van mijn loopbaan speelde zich af in de wereld van de landbouw en in ontwikkelingssamenwerking, maar mijn interesse is breder. Het gezond maken en gezond houden van relaties tussen mensen is niet alleen essentieel voor individuen en netwerken, maar ook voor de hele mensheid als onderdeel van het wereldwijde ecosysteem.

 

In mijn proefschrift “Netwerken als Levend Weefsel” (2001) liet ik zien dat netwerken van mensen begrepen kunnen worden als levende organismen. De theorie kreeg handen en voeten in onderzoek met collega’s van Wageningen Universiteit en Research, onder andere in het experiment “Netwerken in de Veehouderij (2004 – 2007)” waarin zo’n 120 netwerken rond initiatieven van Nederlandse veehouders werden begeleid. Hier ontstond de ‘FAN benadering’ (Free Actors in Networks). Met dit gereedschap ontwikkelde ik cursussen bij Wageningen Business School (Wageningen Academy) en MDF (Management for Development Foundation).

 

Het stimuleren van innovaties via netwerken werd ‘mainstream’ in de Nederlandse agrarische sector, en drong ook door in het “European Innovation Partnership” programma (EIP) van de Europese Unie. In het AgriSpin project (EU/DG Agri/EIP) over ‘Innovation Support Agencies’ ben ik betrokken als ‘In-House Consultant’ voor de ZLTO (Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie).

 

Ik deel mijn inzichten graag met anderen via workshops, cursussen, presentaties, leertrajecten en publicaties. In mijn visie kunnen onderzoekers meer doen dan alleen observeren vanaf de zijlijn. Zij kunnen ook actief bijdragen aan collectieve leerprocessen met belanghebbende partijen, en zo bijdragen aan het co-creëren van nieuwe oplossingen.