Netwerken |
Een netwerk bestaat uit componenten die met elkaar verbonden zijn door patronen van interactie.
Een patroon duidt op een zekere mate van herhaling en voorspelbaarheid. Een visnet bestaat uit knooppunten en draden waarmee zij verbonden zijn. In een netwerk van mensen zijn de knooppunten actoren: personen of clusters van individuen die als één entiteit worden beschouwd in relatie tot de focus van degene die het netwerk onderscheidt in de complexe werkelijkheid. Iedereen maakt immers deel uit van een groot aantal netwerken tegelijk. De draden zijn de interacties die plaatsvinden: communicatie, transacties of wat dan ook. De draden worden steviger naarmate er een zekere voorspelbaarheid ontstaat.
Sociale netwerken hebben min of meer gevestigde patronen, terwijl in actie-netwerken het juist de uitdaging is om die patronen te laten ontstaan of te veranderen. Een netwerk is een combinatie van actoren en hun onderlinge interactie.
Structuren
Een structuur is niet hetzelfde als een netwerk. De dynamiek in een netwerk heeft invloed op de structuur, net zoals structuren de interactiepatronen in het netwerk beïnvloeden. Structuren geven vorm aan deze interacties. Ze zijn net als de bedding van een rivier die de stroom kan kanaliseren. Als actoren in een netwerk afspraken maken, vormen ze daarmee een structuur. Misschien zijn er regelmatige ontmoetingen, of worden er bepaalde communicatiekanalen zoals internet gebruikt. Misschien worden er taken en verantwoordelijkheden verdeeld. Er ontstaan ook altijd informele regels en normen die deel uitmaken van het netwerk. Dit zijn allemaal elementen van structuur.
Systemen
Op hun beurt zijn structuren niet hetzelfde als systemen. Een systeem heeft eigenschappen die niet kunnen worden afgeleid uit de eigenschappen van de onderdelen waaruit het systeem is opgebouwd. Een molecuul zoals water heeft eigenschappen die niet kunnen worden verklaard uit de eigenschappen van de componenten: waterstof en zuurstof. Of neem bijvoorbeeld een mooi schilderij: dat is meer dan verf en canvas. Een menselijk wezen is ook meer dan vlees, bloed, botten en zenuwcellen. Het wordt een systeem als gevolg van de manier waarop al deze componenten met elkaar interacteren.
Ons vermogen om te denken is een systeemeigenschap.
Netwerken van kunnen systemen worden, met eigenschappen die niet kunnen worden toegeschreven aan de actoren die deel uitmaken van het netwerk. Zo’n netwerk krijgt dan toegevoegde waarde. Het is meer dan alleen de opgetelde kwaliteiten van de individuen, zoals een span van vier paarden 4 PK genereert. Als mensen in een netwerk hun krachten bundelen, dan wordt taakverdeling en specialisatie mogelijk, en ontstaan er mogelijkheden die verder gaan dan wat de individuen los van elkaar zouden kunnen bereiken. Dan functioneert het netwerk als een systeem, met haar eigen dynamiek en patronen.