De meeste netwerken vertonen een levenscyclus. Het begint met informele interacties tussen gelijkgestemde mensen. Als ze er over gaan denken om in actie te komen, dan is er sprake van een actie-netwerk waarin drie niveaus zijn te onderscheiden:

 

  • het horizontale netwerk waarin zij beweging willen veroorzaken,
  • het kernnetwerk van actoren die dat samen gaan doen,
  • en het verticale netwerk van actoren waaraan de beweging uiteindelijk moet bijdragen.

 

Geleidelijk aan worden er afspraken gemaakt over wie wat doet en hoe het onderlinge verkeer geregeld wordt: er ontstaat structuur.

 

Wanneer de activiteiten het niveau bereiken waarop externe financiering en medewerking nodig is, dan worden structuren geformaliseerd. Dan is het eigenlijk een organisatie, ook al noemen de betrokken mensen het liever een netwerk, een platform, een alliantie of wat dan ook. In welke mate de besluitvorming wordt gecentraliseerd, of hoe gemakkelijk het blijft voor partners om uit het netwerk te stappen: dat kan verschillen.

 

Na verloop van tijd kan het geformaliseerde netwerk zijn functie verliezen. Signalen zijn dat degenen die zich het meest verantwoordelijk voor het netwerk voelen hun tijd vooral besteden aan het werven van fondsen, terwijl het steeds wordt moeilijker om partners in het netwerk te motiveren om hun bijdragen te leveren. Structuren kunnen aan hun uiterste houdbaarheidsdatum gekomen zijn. Dan moeten ze plaats maken voor andere vormen van leven. Terwijl de structuur uiteenvalt kan de beweging via andere kanalen verder gaan.

 

Voor wie altijd heeft geloofd dat wij als individuen autonome wezens zijn, die rationele beslissingen nemen als keizers van ons eigen universum, is het een moeilijk te accepteren dat we deel uitmaken van iets groters, en dat reikwijdte van wat we doorgaans als onze autonome vrijheid beschouwen eigenlijk vrij beperkt is.

 

Maar we krijgen er iets voor terug. Het is nogal eenzaam aan de top van ons eigen universum. Het geeft veel meer voldoening om deel te zijn van een groter geheel. We zijn geen willoos slachtoffer. We zijn verbonden.